Info

Het werk is een zoektocht om naar het wezenlijke van het verbeelden te ontdekken: waarom schildert iemand op een ondergrond?
In mijn geval is dat voornamelijk op linnen. Het geschilderde wil een eigen verhaal vertolken en dat spreekt onze verbeelding aan. Het schilderen is niet louter verf opbrengen, maar wil met ons een alliantie aangaan en ons daarin meeslepen. Het doek dat vaak loshangt of een vorm heeft aangenomen, werpt ons terug in onze eigen werkelijkheid van materie en persoonlijk bestaan. Cruciaal is de vraag wat wij voor waar houden: het materiële, het herkenbaar geziene, of het illusoire? Binnen dit spanningsveld voltrekt zich het werk.

Verdere verduidelijking:

De laatste tijd zijn het vaak schilderobjecten, waarbij van traditioneel materiaal gebruik wordt gemaakt: olieverf, linnen, tempera. Dit wordt echter ook gecombineerd met oneigenlijke materialen en voorwerpen: aluminium, hout, lood, enz. De schilderwerken steken soms ook de ruimte in: loshangende doeken die vervormen en uit het platte vlak willen komen.
Schilderijen zijn doorgaans werkstukken op het platte en rechthoekige vlak. Dat kan op opgespannen doek zijn of op paneel of een andere ondergrond. Elke ondergrond heeft zo zijn eigen eisen en mogelijkheden. Wanneer er geschilderd wordt op linnen dan veert dat linnen met het opbrengen van de verf mee. Het is alsof er op een gespannen huid wordt gewerkt. Alsof het de huid is van degene die het schilderij maakt.
Ik zie mijn werk als mijn eigen huid. De huid is een raakvlak, het intermediair van gevoel. Het schilderen roept emotie op: gevoel van schoonheid, walging, aversie, geluk. Waarom worden er nog steeds kunstwerken gemaakt, nadat al bijna een eeuw geleden de kunst dood was verklaard?
Beeldhouwwerken, schilderijen, performances roepen emotie op. Iets dat vaak niet te benoemen valt. Het intrigeert, het houdt ons bezig. Het kan ons soms meer bieden dan louter de kale werkelijkheid om ons heen. Het kan een bepaald aspect van de werkelijkheid eruit lichten, en ons vervoeren tot een ander bewustzijn van die werkelijkheid. Maar wat is de realiteit? Is dat louter datgene wat we om ons heen zien? Is schilderwerk enkel daarvan een afspiegeling?
Zien en verbeelden zijn nooit alleen een objectieve registraties. Ons kijken is altijd een subjectieve bezigheid. Dat geldt voor degene die het schilderwerk maakt, als ook voor de beschouwer die het geschilderde aanschouwt. We kunnen niet om onszelf heen. Op dat raakvlak in aanraking met de wereld om ons heen vindt het werk plaats, waarbij de emoties of gedachten van de beschouwer toegelaten worden om het kunstwerk mentaal te bewerken en te complementeren.
De werkstukken zijn soms ook letterlijk te manipuleren of tot een andere setting om te vormen, waardoor weer een ander aspect van het werk naar voren komt.
Het schilderen vindt niet meer alleen binnen het rechthoekig platte vlak plaats, maar neemt allerlei vormen aan door combinaties met allerlei materialen en voorwerpen. Het komt als het ware onze werkelijkheid binnen en nodigt ons uit om iets in visuele en mentale zin met die verbeelding te doen.

De titels doen er toe:

De titel van het werk, dat allerlei vormen aanneemt omdat het los hangt of in bepaalde vormen is gemodelleerd, is een wezenlijk element van zijn verbeelding. Het roept iets op en vraagt een mentaal antwoord op het geschilderde. De titels zijn mede dragers van de verbeelding. Het zien gaat gepaard met gedachten, woorden en gevoelens. Zonder dat ontstaat er geen beeld. Wij willen benoemen, vastpakken, begrijpen om onze wereld leefbaar te maken. De schilderwerken zijn dan ook eigenlijk niet af. Dat doet de beschouwer zelf. Het is afhankelijk van het beeld van degene die er naar kijkt of het werk er toe doet.
De werken treden vaak buiten het rechthoekig kader van het schilderij. Maar ook het platte vlak is niet meer dwingend voor mijn werk. Ruimtelijke elementen worden toegevoegd of geïncorporeerd. Schilderen is geen dictaat, maar een startpunt van een beeldende reis.

Hans van der Waal

Geef een reactie

Powered by: Wordpress